Emailadres: Login
Wachtwoord:
Suriplein.com Vakantie Suriname \ Financiële positie Surinaamse oudjes op agenda Tweede Kamer

Financiële positie Surinaamse oudjes op agenda Tweede Kamer

door Eric Mahabier 

DEN HAAG - De armoede onder de ouderen in Suriname is schrijnend. Veel 60-plussers moeten alleen met een AOV van SRD 275 per maand, zonder aanvullende pensioenen, zien rond te komen. 

Nederland kan hierin verandering brengen door als voormalig moederland van Suriname en als één van de grootste donor aan ontwikkelingslanden, gelden beschikbaar stellen voor verbetering van de positie van de seniore burgers in Suriname. Dit zegt Chan Mohan, voorzitter van de Stichting Ter Bevordering van Toerisme in Suriname aan dWT. Op verzoek van de stichting wordt deze kwestie door Tweede Kamerleden meegenomen tijdens het algemeen overleg over Suriname op woensdag 17 december. De Tweede Kamer zal zich dan over de voorstellen van de stichting buigen. 

Mohan vindt dat Nederland de “morele verantwoordelijkheid” heeft om verbetering te brengen in de financiële positie van de senioren in Suriname. Suriname heeft vanaf 1954 zelfbestuur gehad en in 1957 kwam er een AOW-overgangsregeling voor Surinamers die naar Nederland vertrokken. “Het deel dat in Suriname achtergebleven is, is aan zijn lot overgelaten. Dit ondanks het feit dat Nederland tot 1954 verantwoordelijk was voor de pensioenen en sociale regelgeving in Suriname, zegt Mohan. “Dit legt een morele verantwoordelijkheid op de Nederlandse regering om enigszins haar inzet te leveren ter bestrijding van de armoede onder deze ouderen”, vindt de stichtingsvoorzitter. 

Surinaamse Nederlanders voelen zich “moreel verplicht” de in Suriname wonende seniore burgers in de “schrijnende” situatie te helpen, maar kunnen deze “last” echter niet persoonlijk dragen. Nederland moet daarin een bijdrage gaan leveren via het budget voor ontwikkelingssamenwerking. Mohan wijst erop dat Nederland in 2007 ongeveer 4,8 miljard euro aan ontwikkelingssamenwerking besteedde. In 2008 is dat 5 miljard. 

De armoedebestrijding onder de Surinaamse ouderen moet volgens Mohan een “structurele” karakter hebben. “Voor deze hulp moet overleg met Suriname gevoerd worden, waarbij Suriname zich bereid moet verklaren om op termijn deze aanvulling zelf te dragen”. Jaarlijks zou deze hulp met tien procent afgebouwd kunnen worden en Suriname zou bereid moeten zijn de afbouw van de hulp voor zijn rekening te nemen. Na tien jaar moet Suriname voor de volle honderd procent deze aanvulling overnemen. 

In Suriname gaat het om ongeveer 42.000 gepensioneerden en met een minimale aanvulling van 100 euro per maand ziet Mohan een inkomensstijging van meer dan 200 procent voor deze groep. Voor de gehele operatie is in tien jaar ongeveer 277,2 miljoen euro nodig. 
Mohan vindt dat ook Nederland voordelen zal hebben bij deze ondersteuning aan de oudjes. Deze actie zal volgens hem de “houding” van de Surinamers ten opzichte van Nederland, de Nederlandse parlementariërs en de Nederlandse Surinamers “zeer” positief beïnvloeden. “Des te meer, daar men al jaren met dit probleem te maken heeft”. Dit zal zich ook positief vertalen in samenwerkingen tussen Nederlandse en Surinaamse ondernemingen.-. 

DWT 10-12-2008