Emailadres: Login
Wachtwoord:
Suriplein.com Vakantie Suriname \ Columns \ Dogo

Dogo

Op de Centrale Markt van Suriname komen er elke dag mensen van allerlei pluimage. Op welke markt niet? Van zakkenrollers tot de gegoede burgerij. Het is een continu proces van bieden en loven op de markt. Kooplieden schreeuwen hun huig bloot en gaan in discussie met potentiële klanten over de versheid van hun producten. Een bezoek aan de Centrale Markt aan de waterkant is een ware belevenis en mag niet ontbreken in het pakket van de toeristische attracties die men moet hebben meegemaakt als men Suriname aandoet. Het geheel ziet er niet zo schoon uit en schrik niet als je een rat zo groot als een kat voorbij ziet sloffen achter de markt waar de Suriname rivier begint. De ratten zijn meer dan dik en lijden aan welvaartsziekten, ze zijn te dik en kunnen daardoor niet hard lopen.

Tafereel beschrijving :

Achter de rotizaak vandaan komt er een grijze hond aangewandeld met een rauwe kippenpoot, die hij op zijn gemak gaat zitten eten in de schaduw van het afdakje. De hond is niet grijs van vacht, want die heeft hij niet, maar van vel. Een vreemde hond, net een naakthond of eentje die net is kaalgeschoren, alleen de puntjes van zijn oren zijn nog schaars behaard. De grijze hond houdt de kippenpoot tussen zijn poten en knabbelt eraan, hij is de wereld totaal vergeten, maar de wereld hem niet; er verschijnt een been uit de langslopende mensen en dat komt niet onzacht tegen de ribbenkast van de hond. De hond kiest van de schrik het asfalt en komt met zijn kop onder het voorwiel van een vrachtauto terecht. De hondenkop ontploft als een ballon. De hersens en oogballen schieten uit de ontplofte schedel van het mormel en komen op de marktbezoekers terecht. Wat overblijft van de hond staat wankel op net een flauw Sriba die op zijn zij over het water scheert, zo loopt de hond nog een paar stappen door tot vlak voor een Chinese winkel ging liggen schokschouderen en gaf daar de geest..

De Chinees die het tafereel van achter de toonbank had gadegeslagen kwam tot leven en pakte het kadaver bij de achterpoten beet en sleepte het van zijn winkel vandaan. Op de hoek van de straat waar niemand liep liet de Chinees het kadaver in de felle zon liggen. Daarna kwamen er een paar kwajongens uit de richting van de Maagdenstraat die de overblijfselen van de hond op het asfalt gooiden; auto’s probeerden het kadaver uit alle macht te ontlopen. Ze reden net echte coureurs. De automobilisten die hele gesprekken konden voeren met hun claxons. Een keertje toeteren betekende fawaka, twee keren betekende mi dé..

De hond werd door een laaghangend voertuig geraakt en erdoor geradbraakt. De ongelukkige automobilist dacht even nog in een waterval te zijn belandt, want hij hobbelde kabonk-kabonk over iets dat onder zijn auto naar achteren rolde. In zijn achteruitkijkspiegel zag hij het onderuitgerolde restant van de hond die bloederig stil lag en al door de volgende auto werd geraakt, en dacht aan de stukjes hond die in het onderstel van zijn auto waren achtergebleven door al dat geschaaf en geschuur van het kadaver, dat moest hij zo snel mogelijk schoonspuiten voordat het achtergebleven afgeschuurde vlees tot ontbinding overgaat..

Aan de ingang van de markt is het een gedrang dat niet ophoudt. Auto’s proberen zelfs te parkeren waar er al geparkeerd is. Bestuurders gebaren naar de voetgangers om door te lopen zodat zij hun auto’s kunnen doorschuiven op het voetpad om dat te belemmeren. Een magere man staat met een bak aan een riem om zijn nek hard te schreeuwen:"Scheermes dja, siksi fu wan dallah." Hij schreeuwde nog harder nadat hij mij had gezien, doelend op mijn baard. .
Een vrouw staat voor de kraam van een warang visi verkoper; de verkoper bezweert de versheid van de vis, maar de vrouw is niet overtuigd en wil erin knijpen en een stukje met haar vuile nagels eruit pulken. Daar denkt de Waranvisiverkoper anders over, hij kan een afgekloven vis niet meer aan de man brengen en zegt dat ook luid en duidelijk. De teleurgestelde vrouw denkt dat de waranvisiverkoper niet in de vissen wil laten knijpen omdat ze niet vers zijn en loopt scheldend weg: "A man dink dat mi law, a saka saka.".

Iets verder loopt een Marronvrouw heupwiegend met bijzettafelbillen voorbij, op haar hoofd balanceert een rieten mand die tot de rand vol zit met aardvruchten. Een onophoudelijk geroezemoes word ik gewaar, toeters van autos lijken door elkaar overgenomen te worden. Iedereen toetert door elkaar, werkelijk hele conversaties lijken er met die claxons te kunnen worden uitgevoerd. Niemand staat ervan te kijken als iemand onophoudelijk een minuut lang of nog langer de claxonknop ingedrukt houdt. Iemand trekt aan mijn broekspijp ik kijk naar beneden en ziet een dwerg die zijn knuistje opendoet en mij een paar driehoekige blauwe pillen laat zien;"kopen?", vraagt hij. Ik zeg hem dat ik zonder ook normaal functioneer en daarom niet van plan ben om het van hem af te nemen. Hij kijkt heel beledigd en boos beent hij met zijn korte beentjes weg..

Een tomatenverkoper verstopt de gekneusde en rottende tomaten helemaal onder in een hoop. Een gezette man wrijft de roze kieuwen van de uitgestalde vissen in met klonters bloed om die roder te maken en plenst luid lachend water overheen. Een man met dreadlocks schijnt naar een vrouw die niet kijkt waar ze loopt, ze struikelt over een wippende loszittende straattegel en belandt op haar gezicht. De rastaman neemt zijn kans waar en helpt haar overeind..

Ik loop naar de achterkant van de markt, er loopt namelijk een straat rondom de markt. Daar staat een man met levende kippen in een paar kooien van kippengaas; een haan kraait aan een stuk door, die is totaal van slag en gestrest. De kippenverkoper praat met de barbier (kapper)die lachend afgeknipt haar naar buiten bezemt. Het door de barbier naar buiten geveegde haar dwarrelt in de lucht en minuscule deeltjes belanden in de open potten en pannen waarin net klaargemaakte eten staat te wachten op klandizie..

De groentenman heeft voor zich liggen hoopjes antruwa en okers, de antruwa's lijken pokken te hebben en de oker's zien er roestig uit. Vlakbij de antruwa en oker verkoper staan twee mensen ruzie te maken, een man en een vrouw. De vrouw schreeuwt: "Yu no wart nex, want yu musu fu go suku a kil ini a busi di yu ab na ini yu bruku." De man zei: "No broko mi bek opo, bika ya'b wan zwembad drapé." Ik liep verder en kwam weer aan de voorkant van de markt, waar de hond intussen al helemaal was gemaskadeerd en er was niet veel meer van hem te zien, hij was totaal opgelost op het asfalt. Over een hondenleven gesproken..