Emailadres: Login
Wachtwoord:
Suriplein.com Vakantie Suriname \ Nieuws Suriname \ Combe - Van buitenwijk naar stadswijk

Combe - Van buitenwijk naar stadswijk

Zaterdag 3 Mei 2008

Wie tegenwoordig door de stadswijk Combé wandelt, waant zich verloren in de alledaagse drukte. In deze drukke wijk is het een komen en gaan van personen die er hun zaken in orde maken, boodschappen halen of op zoek zijn naar ontspanning.

Menigeen weet namelijk de weg te vinden naar onder andere het belastingkantoor, het districtscommissariaat, Assuria, Combé Markt, de Buitensociëteit ‘Het Park’ of het Uitgaanscentrum. Wat ooit een buitenwijk was voor de koloniale elite, is heden ten dage uitgegroeid tot een bruisende urbane nederzetting. De wijk Combé grenst in het oosten aan de Surinamerivier, de Cornelis Jongbaw- en de Kleine Waterstraat, in het westen aan de Grote Combéweg, in het noorden aan de Mahonylaan en in het zuiden aan de Van Rooseveltkade. Het stadsdeel Combé is vernoemd naar Nicolaas Combé die daar een plantage had, vermoedelijk een koffieplantage. Ongeveer een eeuw na zijn overlijden stond de plantage Combé bekend als de Eerste Buitenwijk of voorstad Zeelandia. Volgens een publicatie van 8 augustus 1794 waren de gronden of uitgegeven percelen gelegen tussen Fort Zeelandia en de redoute Purmerend bekend onder de bijnaam Combees. De Eerste Buitenwijk of voorstad Zeelandia is in 1799 ontstaan. Hier verrezen de buitenverblijven van de koloniale elite, wat men ook terugzag in de typische koloniale architectuur van die tijd. Vanaf de tweede helft van de 19e eeuw is de wijk Combé getransformeerd in een elitebuurt in een multiculturele middenstandsbuurt, mede dankzij de afschaffing van de slavernij en de komst van de contractarbeiders. Typerend voor die periode waren de woonerven met meerdere huizen op een erf, de zogenaamde ‘prasi oso’. Zoals bij vele oude stadsplantages is er in de Combé tegenwoordig weinig te merken van de typische koloniale architectuur. Veel van de oude huizen zijn vervangen door overheidskantoren, particuliere ondernemingen of moderne woonhuizen. Nicolaas Combe kwam uit Zeeland en leefde in de tweede helft van de 17e eeuw. Hij was een bestuursambtenaar en werd door kapitein Dubois in 1667 uit Berbice gehaald. In Suriname werd hij secretaris van commandeur Abraham Crijnssen. Door zijn bekwaamheid doorliep hij snel diverse functies. Hij werd ‘Commies van vivres en ammunitie’, een soort algemene intendant en in 1675 ‘Ontfanger-generaal van ’s Lands middelen’. Combe legde na twaalf jaar dienst zijn ambt in de kolonie neer. In de hervormde kerk diende hij als diaken en kerkmeester. Hij was gehuwd met Anthoinette d’ Outerlau. Nicolaas Combe is in 1691 of 1692 in Paramaribo overleden. Behalve de wijk Combé herinneren ook de straten, de Kleine Combé- en de Grote Combéweg nog aan deze man. Hij schreef zijn naam zonder accent op de e, maar tijdgenoten schreven over Combee of Combé.

Twee bewoners van de Grote Combéweg vertellen over de Combé van vroeger

Voetballen met lemmetjes
H. Gangabisoensingh (75) is gepensioneerd onderwijzer. Hij is in 1942 verhuisd naar de Grote Combéweg. “Toen ik hier kwam wonen was het nog een zandweg met goten aan weerszijden van de weg. Bij de Sommelsdijckse kreek stond er een hoge stenen brug en aan de rechterkant van de weg stonden er mahoniebomen. Het was vroeger heel stil in de Combé. We voetbalden met lemmetjes op straat, want in de jaren 40 waren er nog geen auto’s. Er mocht eigenlijk niet op straat gevoetbald worden, dus werden we vaak achterna gezeten door de politie. Het politiebureau stond in die tijd op de hoek van de Mahonylaan en de grote Combéweg. Op de hoek van de Hofstede Crullaan, waar nu het meisjesinternaat staat, werd er ook cricket, bat en bal en tennis gespeeld. Elk jaar werd in de Combé het tadja feest gevierd. Een tadja is een hindostaanse vorm van cultuuruiting, waarbij onder andere een beeld van vliegerpapier en bamboe wordt gemaakt. De hele week werd er tazamuziek gespeeld en werden er op straat degengevechten gehouden. Na de feestelijkheden werd het beeld in de Surinamerivier te water gelegd. Iedereen in de buurt nam deel aan de festiviteiten. We leefden toen als één grote familie. Iedereen stond klaar voor elkaar. Tegenwoordig is de Grote Combéweg druk en vies, er is teveel ‘djugu djugu’.”

Schoot met katapult op jongens
G. Tsie Chun Sioe-Nieuwendam (78) is geboren en getogen aan de Grote Combéweg. Het erf waarop zij woont behoorde toe aan haar blanke grootvader, die getrouwd was met een creoolse vrouw. Zij herinnert zich Combé als een buurt met veel kinderen. “Mijn vader was heel streng. Mijn broers haalden samen met de jongens van onder andere de familie Parsan, Karamatali en van Helfer allerlei kwajongensstreken uit. Regelmatig werden ze achterna gezeten door de politie of door oom Kees van Raavenswaay, de overbuurman. Hij had een katapult en schoot op de jongens als die zijn appels probeerden te stelen. Ook hielden de jongens bij ons op het erf een circus. Het werd een heuse verkleedpartij. Zelfs de honden werden verkleed en je moest met knopen betalen. Het was een stelletje met ze hoor. Vroeger was het leven hard. Wij moesten ook meehelpen in de huishouding, want mijn moeder had zeven kinderen om te verzorgen. Mijn oma hield varkens op het erf. Daarnaast maakte ze korenpap, gomma en stukjes cacao en die moesten wij helpen verkopen. Iedereen in de Combé ging als familie met elkaar om en als kind kon je niet weigeren als de buren je vroegen om een boodschap te doen. Natuurlijk waren er in de Combé ook de nodige roddeltantes. Elke ochtend gingen zij langs bij de buren om over de buurt te roddelen. Bij één van deze dames woonde een meisje uit Coronie. Op een dag vlogen alle potten en pannen naar buiten. Het was één sensatie. Men zei dat ze een bakru op zich had en men noemde haar ook wel Tine Bakroe. Ik ben niet gaan kijken hoor, want ik was bang. Ja, de Combé van vroeger was leuk.”


Er zijn nog geen reacties voor dit nieuws item

Plaats uw reactie
Uw naam:

Neem de bovenstaande code over: