Politiek debet aan getouwtrek toescheidingsovereenkomst
Maandag 16 Juli 2007
Paramaribo - De Surinaamse politiek is zelf de veroorzaker van het dispuut over de Toescheidingsovereenkomst tussen Mahin Jankie, voorzitter van de Vereniging van Surinaamse Nederlanders, en de Staat Suriname.
Jaren later, in 1994, zou de Surinaamse politiek onder de toenmalige minister van Justitie en politie, Soeshiel Girjasingh, een wijziging op dat artikel laten aanbrengen die de basis is van de huidige problemen. “Wanneer door het initiatief van de Surinaamse politiek de eerder aangehaalde bepaling van artikel 5 lid 2, bij protocol van wijziging de dato 14 november 1994 (onder minister Soshiel Girjasingh van Justitie...red), met terug werkende kracht tot 1 januari 1986, niet was gewijzigd, dan was niemand in de positie gebracht, ook de heer Mahin Jankie niet, om een vordering te kunnen instellen, om al die rechten die behoren aan het Surinamerschap te claimen, want dan was hij vóór die vordering al Surinamer geworden”, zegt Van der San. “Door het Verdrag in haar voege te wijzigen hebben de voorstanders van de dubbele nationaliteit, via een omweg deze toch verkapt geïntroduceerd, want in het ander geval zou dan de Nederlandse nationaliteit verloren gaan.”
Hij zegt dat Surinamers die opteren voor de Nederlandse nationaliteit moeten weten dat zij daardoor de Surinaamse nationaliteit verliezen, in tegenstelling tot degenen die rechten uit de Toescheidingsovereenkomst claimen. “In het onderhavige geval van artikel 5 lid 2 van de TO is er sprake van ‘een behandeling krijgen als ware de betrokkene een Surinamer’ maar die behandeling kan geen recht doen ontstaan op de Surinaamse nationaliteit.” Van der San: “Indien bij die behandeling aan de betrokkene ook het actief en passief kiesrecht toegekend wordt, dan krijgt de betrokkene ‘een behandeling meer dan een Surinamer’ hetgeen niet in overeenstemming zou zijn met de Toescheidingsovereenkomst omdat voor de Surinamer geldt volgens de Grondwet art.57 en de Kieswet art. 3 dat hij in het bezit moet zijn van de Surinaamse nationaliteit om te kunnen deelnemen aan de verkiezingen.”
Van der San wil aan de discussies een reactie van Mr.Shardapersad Gangaram Panday toevoegen. “In tegenstelling tot wat ik hierboven poneer, zegt Mr.Shardapersad Gangaram Panday, een gewezen rechter die behoort tot de betere rechters, dat in alle opzichten betekent dat de Staat Suriname deze groep, ook al zijn zij Nederlanders van nationaliteit, als Surinaamse staatsburgers moet behandelen. Zij mogen aan het rechtsverkeer in Suriname deelnemen als Surinamer: grondhuurpercelen aanvragen, erfpachtspercelen overnemen actief en passief kiesrecht uitoefenen, enzovoorts (zie de WareTijd maandag 21 mrt 2005).”
Volgens Van der San zou de zaak nog spannend worden als Gangaram Panday, wanneer hij nog als rechter actief was op grond van zijn deskundigheid zitting had genomen in de zaak-Jankie, die in hoger beroep op 3 augustus zal worden afgehandeld.
DWT 10-7-2007
Geplaatst door: Rish (gast) | Maandag 16 Juli 2007 om 12:16 | |
Als je je kleppen in de media wil openen, dien je wel te weten waarover je praat. Quot\"De noodzaak voor een Toescheidingsovereenkomst ontstond vanaf de onafhankelijkheid van Suriname in 1975.\"unquote Zoals men in het Rapport hier op Suriplein kan lezen, is dit één van de onderdelen die bij een onafhankelijkheid hoort. Daarom is de voorbereiding hiervan in 1972 aangevangen. Ik snap niet wat men dan onder onafhankelijkheid van een land verstaat. Moet je niet een eigen nationaliteitswetgeving voorbereiden. Of ga je dat doen na de onafhankelijkheid. En als het dan in de soep loopt, dan heeft Ned het gedaan, omdat zij het dan niet voorgekauwd zou hebben. Dit artikel kan niet anders dan een steek in de rug van Soeshiel Girjasingh bedoeld zijn!! | ||
Geplaatst door: (gast) | Dinsdag 7 Augustus 2007 om 17:50 | |
Deze Eugene v.d. Sant is zoals hij bekend staat een achterlijke rasist.Hij is gewoon histories belast. daaag | ||
Plaats uw reactie